HomeEven voorstellenWijziging BTWVerflagen herkennenfoto's

Adres gegevensStuur een E-mail

 

Verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten                                      

 

  

SCHILDEREN EN STUKADOREN VAN PARTICULIERE WONINGEN OUDER DAN 2 JAAR

 

I. Algemene vragen

 

1. Wat wordt verstaan onder particuliere woningen?

 

De term “particuliere woning” heeft betrekking op onroerende zaken die zijn bestemd voor particuliere bewoning. Het gaat in dit kader om woningen waarin particulieren permanent mogen verblijven. Ook tijdelijk leegstaande particuliere woningen zijn hieronder te begrijpen.

 

Als particuliere woning zijn onder meer aan te merken:

 

n woningen in particuliere eigendom;

n huurwoningen van woningbouwcorporaties e.d. die door particulieren worden bewoond;

n bejaardentehuizen/aanleunwoningen;

n verpleeg- en verzorgingsinstellingen;

n studentenflats;

n kloosters, voor zover in gebruik voor permanente bewoning;

n tweede woningen, voor zover permanente bewoning daarvan is toegestaan.

 

De gemeenschappelijke ruimtes in appartementen, bejaardentehuizen/aanleunwoningen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen e.d. (zoals de hal, het trappenhuis, de eetzaal, de recreatieruimte e.d.) volgen het regime dat geldt voor de particuliere woongedeelten.

 

Niet als particuliere woning zijn onder andere te beschouwen:

 

n vakantiewoningen;

n hotels/pensions;

n woonboten/woonwagens;

n asielzoekerscentra;

n ziekenhuizen;

n internaten.

 

2. Behoren garages, schuren, serres e.d. ook tot een particuliere woning?

 

Garages, schuren, serres, aan- en uitbouwen, tuinhekken e.d. behoren tot een particuliere woning, voor zover zij op hetzelfde perceel als de particuliere woning zijn gelegen. Garages die tot hetzelfde gebouwencomplex behoren als de particuliere woningen (bijv. parkeergarages onder flatgebouwen die  door particulieren worden bewoond) worden eveneens tot de particuliere woning gerekend, uiteraard indien en voor zover zij door de eigenaars of huurders van die particuliere woningen worden gebruikt.

Afzonderlijke, niet hiervoor bedoelde garageboxen behoren niet tot de particuliere woning.

 

3. Hoe is vast te stellen dat een particuliere woning ouder is dan 2 jaar?

Voor de beoordeling of een woning minimaal 2 jaar oud is, is bepalend de begindatum van het bouwjaar volgens de gemeentelijke administratie op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken. Het bouwjaar van de woning is het jaar waarin de woning wordt opgeleverd, het begin van het bouwjaar is dan op 1 januari van het jaar van oplevering van de woning. Bij een pand dat niet vanaf het begin als woning in gebruik is geweest, bepaalt het tijdstip waarop het pand voor het eerst als woning in gebruik is genomen of de woning minimaal 2 jaar oud is. Te denken valt aan een oud monumentaal pakhuis dat tot een appartementencomplex is omgebouwd. Wanneer een woning in verschillende stadia tot stand is gekomen, moet de woning voor minimaal 50% bestaan uit delen die 2 jaar of ouder zijn.

Voor de schilder of stukadoor verdient het aanbeveling om voor de toepassing van het verlaagde tarief in het bezit te zijn van een schriftelijke verklaring van de opdrachtgever dat de desbetreffende woning ouder is dan 2 jaar.

 

4. Hoe moet omgegaan worden met panden die zowel als woning en als bedrijfspand

    worden gebruikt?

 

Ten aanzien van panden die zowel als particuliere woning en als bedrijfspand worden gebruikt (bijv.woon/winkel/praktijkpanden), wordt voor de toepassing van het BTW -tarief goedgekeurd dat voor zover de desbetreffende panden in hoofdzaak (d.w.z. voor meer dan 50%) voor particuliere bewoning worden gebruikt, deze in hun geheel als particuliere woning worden aangemerkt. Als een pand voor minder dan 50% als particuliere woning wordt gebruikt, dan mag het deel dat voor particuliere bewoning wordt gebruikt voor de toepassing van het BTW -tarief worden afgesplitst.

 

 

II. Vragen over schilderwerk

 

1. Welke diensten van schilders vallen onder het verlaagde tarief?

 

Het schilderwerk dat binnens- en buitenshuis wordt verricht is naar het verlaagde tarief belast.

Voor de toepassing van het verlaagde tarief is het niet noodzakelijk, dat het schilderwerk door een schildersbedrijf wordt verricht: ook aannemers, klusbedrijven e.d. mogen het verlaagde tarief toepassen indien en voor zover zij (onderdelen van) schilderwerk verrichten.Voor de toepassing van het verlaagde tarief is het evenmin noodzakelijk dat de opdrachtgever een

particulier is: ook als woningbouwcorporaties e.d. opdracht geven tot het verrichten van schilderwerk in particuliere woningen, geldt ter zake het verlaagde tarief.

 

Behangen en de direct met behangen samenhangende voorbereidingswerkzaamheden vallen onder de 6% BTW. Apart gespecificeerde levering van behang valt onder het 19% tarief.

 

Indien ramen, deuren of kozijnen worden vervangen inclusief beglazing met een Ugl-waarde kleiner of gelijk aan de eisen in het bouwbesluit kunt u ook het lage BTW-tarief toepassen. En wel op de volgende wijze: u kunt 6% in rekening brengen voor zowel de arbeid als het materiaal indien de arbeid meer is dan de helft van het totaal gefactureerde bedrag; u kunt 6% in rekening brengen voor de arbeid en moet 19% in rekening brengen voor het materiaal indien de arbeid minder is dan de helft van het totaal gefactureerde bedrag.

 

Ook voor het leveren en aanbrengen van isolatiemateriaal geldt het lage 6%-BTW tarief indien het gaat om: vloer-, gevel- en dakisolatie met een Rc-waarde die voldoet aan het bouwbesluit (groter dan of gelijk aan 2,50m2 kw; spouwmuurisolatie met een Rc-waarde die groter is dan of gelijk aan 1,1 m2 kw; bodemisolatie met een Rc-waarde die groter is dan of gelijk aan 1,1 m2 kw.

 

Ook hiervoor geldt dat u 6% in rekening kunt brengen voor zowel de arbeid als het materiaal indien de arbeid meer is dan de helft van het totaal gefactureerde bedrag; u kunt 6% in rekening brengen voor de arbeid en moet 19% in rekening brengen voor het materiaal indien de arbeid minder is dan de helft van het totaal gefactureerde bedrag.

  

 

2. Wat wordt verstaan onder schilderwerk?

 

Onder “schilderwerk” wordt verstaan: het aanbrengen van een verf- of schildersysteem. Met het aanbrengen van een verf- of schildersysteem wordt gedoeld op het geheel van werkzaamheden dat samenhangt met het voorbehandelen van een bepaalde ondergrond en het in aansluiting daarop afwerken van die ondergrond met bepaalde verfproducten. Uit deze omschrijving volgt dat de voorbereidings- en voorbehandelingswerkzaamheden die een schilder moet verrichten voordat hij kan overgaan tot het eigenlijke schilderwerk, ook onder het verlaagde tarief vallen.

 

Het eigenlijke schilderwerk omvat de volgende werkzaamheden:

 

n het verwerken en aanbrengen van impregneer- en voorstrijkmiddelen, grondverf,

      hechtprimer e.d.

n het verwerken en aanbrengen van lakverf, structuurverf, vernis, beits, betonverf c.q.

      betoncoating e.d. op steen, metaal, hout, beton e.d.

 

Met “verwerken en aanbrengen” wordt gedoeld op iedere toepassing van de bij het schilderwerk gebruikte hulpmiddelen, zoals de spuit, kwast en roller, alsmede het schilderen via gieten en dompelen.

 

3. Wat wordt bedoeld met voorbereidings- en voorbehandelingswerkzaamheden bij

    schilderwerk?

 

Onder de voorbereidings- en voorbehandelingswerkzaamheden bij schilderwerk vallen:

 

n het schoonmaken, wassen, ontvetten, afbranden, afbijten en schuren van de te schilderen

      ondergrond;

n zgn. “preventief onderhoud”, d.w.z. het repareren van de te schilderen ondergrond met

      materiaal dat van een andere aard is dan het oorspronkelijke materiaal waaruit de

      ondergrond bestaat. Bij een houten ondergrond valt te denken aan het herstel met

      verfproducten en pasteuze materialen zoals plamuur en houtrotrenoveerpasta’s (vooral

      epoxypasta’s). Bij een betonnen ondergrond gaat het om (kleinschalig) herstel met

      kunststofgebonden mortels.

n het herstel van omtrekspelingen (d.w.z. het afschaven van ramen en deuren vanwege de

      laagdikte en kleefkracht van verf);

n kitwerk dat een onderdeel vormt van het verfsysteem (d.w.z het dichtkitten van

      openstaande verbindingen in de te schilderen ondergrond en het vervangen/herstellen

      van de kitvoeg tussen het glas en het raam- of deurkozijn);

n het stralen van vooral metalen en betonnen ondergronden, voor zover beperkt tot het

      handmatig of mechanisch reinigen en verwijderen van oude verflagen, binnen dezelfde

      opdracht, gevolgd door het aanbrengen van een verfproduct.

n het afplakken van de omgeving van de te schilderen ondergrond c.q. het afdekken van

      ruimtes waarbinnen schilderwerk plaatsvindt (met afplaktape, plastic e.d.).

 

De hiervoor bedoelde voorbereidings- en voorbehandelingswerkzaamheden worden veelal niet afzonderlijk aan de opdrachtgever gefactureerd, maar zijn in de prijs voor het

schilderwerk verdisconteerd.

 

4. Welke werkzaamheden van schilders vallen niet onder het verlaagde tarief?

 

De werkzaamheden die te ver afstaan van het eigenlijke schilderwerk zijn aan het algemene tarief onderworpen. In dit verband zijn onder meer de volgende werkzaamheden te noemen:

 

n zgn. “curatief onderhoud”, d.w.z. het herstel van de te schilderen ondergrond met nieuwe,

      vervangende delen die bestaan uit een materiaal dat identiek is aan het oorspronkelijke

      materiaal van de ondergrond. Het gaat bij voorbeeld om het aanbrengen va n houten

      inzetstukken in houten kozijnen ter plaatse van hoekverbindingen en om het vervangen

      van houten onderdorpels.

n het vervangen van ramen, deuren en kozijnen;

n kitverwerking als constructieve handeling, zoals het dichtmaken van dilataties, het afkitten

      van bouwelementen aan gevels e.d.;

n betonreparatie, d.w.z. grootschalig herstel van een betonnen ondergrond met materiaal

      dat identiek is aan het oorspronkelijke materiaal van de ondergrond;

n het stralen van stenen, metalen en betonnen ondergronden, anders dan onder vraag 3

      bedoeld (bijv. het enkel schoonstralen van gevels);

n het aanbrengen van glas met de daarbij behorende werkzaamheden (zoals het plaatsen

      van glaslatten en het aanbrengen van kitwerk);

n het schuren en lakken van parketvloeren.

 

Voor de praktijk geldt het volgende schema:

 

Schilderwerk (binnens- en buitenshuis

6% (arbeid + materiaal)

Voorbereidings- en voorbehandelingswerk- zaamheden bij schilderwerk

6% (arbeid + materiaal)

Curatief onderhoud van houten ondergrond (herstel van houten ondergrond met houten inzetstukken

19% (arbeid + materiaal)

Behangen en alle daarmee samenhangende voorbereidende werkzaamheden

Leveren van behang

6% (arbeid + materiaal)

 

19% (behang)

Vervangen van ramen, deuren, kozijnen, inclusief beglazing met Ugl-waarde kleiner of gelijk aan de eisen in het bouwbesluit

6% (arbeid + materiaal) indien de arbeid meer is dan de helft van het totale gefactureerde bedrag

6% (alleen arbeid) indien de arbeid minder is dan de helft van het totale gefactureerde bedrag

Kitverwerking als constructieve handeling

19% (arbeid + materiaal)

Betonreparatie (grootschalig herstel betonnen ondergrond met beton)

19% (arbeid + materiaal)

Stralen van metaal, steen, beton

19% (arbeid + materiaal)

Aanbrengen van glas

19% (arbeid + materiaal)

Schuren en lakken van parketvloeren

19% (arbeid + materiaal)

 

 

III. Overige vragen

 

1. Hoe wordt voor de BTW-tarieftoepassing bij schilder- en stukadoorswerk omgegaan

    met hoofd- en onderaannemers?

 

Voor zover schilder- en stukadoorswerk in onderaanneming wordt ve rricht (bijv. bij

renovatieprojecten), is het 6%-tarief zowel in de relatie hoofdaannemer-opdrachtgever als in de relatie hoofdaannemer-onderaannemer van toepassing.

 

2. Kan het in aannemingsprojecten opgenomen schilder- en stukadoorswerk voor de

    BTW-tarieftoepassing worden afgesplitst?

 

Indien schilder- en stukadoorswerk deel uitmaakt van een bepaald aannemingswerk, mag het

schilder- c.q. stukadoorswerk voor de BTW -tarieftoepassing worden afgesplitst, indien en voor zover het schilder- en stukadoorswerk op de door de aannemer uitgereikte offerte en factuur worden afgesplitst van het overige werk. Met betrekking tot lopende aannemingswerken, is de afsplitsing van het schilder- c.q. stukadoorswerk op de factuur voldoende.